COVID-19
Groepsimmuniteit weer opnieuw bekeken
5. Wat zou er mis kunnen gaan?
Het streven naar groepsimmuniteit is erg riskant terwijl er weinig te winnen valt, maar met mogelijk ernstige gevolgen zijn voor de gezondheidszorg en de samenleving.
5.1. Immuun overstimulatie
Het SARS-2 virus overstimuleert en ontregelt het immuunsysteem. Herhaalde overstimulatie kan leiden tot uitputting van het immuunsysteem. Sommigen noemen dit als risico van te vaak herhaalde vaccinaties, maar dit risico is veel groter na herhaalde infecties. Het gevolg kan zijn dat het immuunsysteem niet meer reageert op SARS-2-infectie, waardoor een nieuwe levensbedreigende ziekte kan ontstaan na herhaalde infecties.
5.2. Zomerse blues
SARS-2 heeft, net als de seizoensgebonden coronavirussen die verkoudheid veroorzaken, in gematigde regio’s een lagere R0 in de zomer. Dit betekent niet dat er in de zomer niemand besmet wordt, zoals het beruchte Nederlandse experiment "Dansen met Janssen" liet zien. Seizoensvariatie in R0 betekent dat R0 in de zomer lager is, en dus eerder onder 1 komt.
Een R0 onder 1 beëindigt de epidemie niet onmiddellijk, maar vermindert het aantal nieuwe infecties gerelateerd relatief. Als het aantal infecties echter erg hoog is en de R0 niet ver onder de 1 ligt, kan het aantal infecties de hele zomer nog erg hoog blijven, waardoor alsnog veel zomerse ziektegevallen ontstaan. De zomers van 2020 en 2021 lieten een beperkt aantal besmettingen in Europa zien, maar begonnen in het voorjaar met een lagere R0 en een lager aantal infecties. De hoge circulatie en R0 begin 2022 maakt het niet onwaarschijnlijk dat het aantal besmettingen in de zomer van 2022 niet heel laag wordt.
Een R0 onder 1 beëindigt de epidemie niet onmiddellijk, maar vermindert het aantal nieuwe infecties gerelateerd relatief. Als het aantal infecties echter erg hoog is en de R0 niet ver onder de 1 ligt, kan het aantal infecties de hele zomer nog erg hoog blijven, waardoor alsnog veel zomerse ziektegevallen ontstaan. De zomers van 2020 en 2021 lieten een beperkt aantal besmettingen in Europa zien, maar begonnen in het voorjaar met een lagere R0 en een lager aantal infecties. De hoge circulatie en R0 begin 2022 maakt het niet onwaarschijnlijk dat het aantal besmettingen in de zomer van 2022 niet heel laag wordt.
5.3. Overbelasting van de gezondheidszorg
Streven naar veel besmettingen betekent een zware belasting voor alle zorglijnen: huisartsen, verpleegkundigen, ziekenhuizen en IC-verpleegkundigen. Dit leidt tot langere wachtlijsten in de zorg, omdat zorgprofessionals bij triage prioriteit zullen geven aan acute dreigingen boven chronische situaties. Voor het geven van een vergelijkbaar niveau aan zorg betekent dit een relevante stijging van de zorgkosten, die dan onbetaalbaar worden.
Zorg is een van de grootse gezamenlijke uitgaven met ongeveer 10 tot 20% van het totale bruto binnenlands product. In het eerste jaar van COVID-19 stegen deze uitgaven van 10,2 naar 11,2%, 10,2 naar 12,8% en 17,6 naar 19,7% in respectievelijk Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de VS. Dit is een relatieve toename van 10 tot 20% in één jaar als gevolg van de epidemie, met een verminderd niveau van gezondheidszorg. Vergrijzing liet in de afgelopen 15 jaar een vergelijkbare stijging zien, waarbij technologie de zorg verbeterde.
Virusepidemiologie is een exponentiële functie en binnen een enkele dagen kan het aantal besmettingen weer verdubbeld zijn. De tijd tussen infectie en ziekenhuisopname is ongeveer drie weken en een lockdown die een week later begint kan leiden tot een viervoudige overbelasting in ziekenhuizen kan zorgen. Sturen op volle ziekenhuizen riskeert overbelasting van ziekenhuizen.
Zorg is een van de grootse gezamenlijke uitgaven met ongeveer 10 tot 20% van het totale bruto binnenlands product. In het eerste jaar van COVID-19 stegen deze uitgaven van 10,2 naar 11,2%, 10,2 naar 12,8% en 17,6 naar 19,7% in respectievelijk Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de VS. Dit is een relatieve toename van 10 tot 20% in één jaar als gevolg van de epidemie, met een verminderd niveau van gezondheidszorg. Vergrijzing liet in de afgelopen 15 jaar een vergelijkbare stijging zien, waarbij technologie de zorg verbeterde.
Virusepidemiologie is een exponentiële functie en binnen een enkele dagen kan het aantal besmettingen weer verdubbeld zijn. De tijd tussen infectie en ziekenhuisopname is ongeveer drie weken en een lockdown die een week later begint kan leiden tot een viervoudige overbelasting in ziekenhuizen kan zorgen. Sturen op volle ziekenhuizen riskeert overbelasting van ziekenhuizen.
5.4. Variant na variant
De Omicron-variant is milder dan Delta, maar niet dan zijn directe voorganger. Omciron veroorzaakt een andere pathologie in vergelijking met Delta, bijvoorbeeld vaker een zere keel en minder vaak verlies van smaak en geur. Milder zijn moet niet worden verward met mild zijn, aangezien de sterftecijfers in Denemarken exponentieel toenemen bij ongecontroleerde epidemieën (Figuur 17).
Figuur 17. Dagelijks nieuwe COVID-19 sterfgevallen per miljoen mensen.
5.5. Ernstiger ziekte
Een hoge viruscirculatie is de perfecte omstandigheid om nieuwe varianten te genereren. In tegenstelling tot wat vaak wordt gesuggeerd, laat recent hiv-onderzoek opnieuw zien dat ook ernstige virusinfecties meer virulente varianten ontwikkelen.
In de SARS-2-evolutie lijkt elke nieuwe variant pathogener te zijn dan zijn directe voorganger, zoals begin vorig jaar werd voorspeld. Omicron was afgeleid van een vroege variant die minder pathogeen was, ook al was hij minder pathogeen dan Delta. In de praktijk was het sterftecijfer na Omicron ook lager vanwege hoge immunisatie- en boosterniveaus, ondanks enige ontsnapping van het virus.
De Omicron BA.2-variant is besmettelijker dan BA.1 en ontduikt het afweersysteem beter, waardoor vaccinatie relatief minder goed beschermt.
In de SARS-2-evolutie lijkt elke nieuwe variant pathogener te zijn dan zijn directe voorganger, zoals begin vorig jaar werd voorspeld. Omicron was afgeleid van een vroege variant die minder pathogeen was, ook al was hij minder pathogeen dan Delta. In de praktijk was het sterftecijfer na Omicron ook lager vanwege hoge immunisatie- en boosterniveaus, ondanks enige ontsnapping van het virus.
De Omicron BA.2-variant is besmettelijker dan BA.1 en ontduikt het afweersysteem beter, waardoor vaccinatie relatief minder goed beschermt.
5.6. Virus seks
Evolutie gaat langzaam met mutaties, maar snel bij recombinatie. Natuurlijk hebben virussen geen seks, maar in de biologie is seks het belangrijkste mechanisme van recombinatie. Coronavirussen zijn een uitzondering onder RNA-virussen met weinig mutaties door een speciaal RNA-polymerase. In de praktijk gebruiken ze dit als een voordeel voor meer recombinatie.
Het aangeboren immuunsysteem produceert na infectie type I interferon, die cellen en het immuunsysteem waarschuwen tegen virusinfecties. Dit geeft het tweede virus een nadeel ten opzichte van het eerste, waardoor de meeste dubbele infecties worden voorkomen. Coronavirussen remmen type I interferon, waardoor andere virussen dezelfde gastheer kunnen infecteren. De immuunontregeling en overstimulatie kan leiden tot meerdere co-infecties, drie, vier of vijf virussen tegelijk in dezelfde cel. Dit is de ideale plaats voor genetische recombinatie, zoals hogere soorten dat kennen bij seksueel contact.
De Deltacron variant was een lab artifact, maar een dergelijke variant, een dergelijke variant zou kunnen ontstaan.* Recombinatie, of de genetische uitwisseling zoals bij seks, heeft de evolutie drastisch versneld ten opzichte van accumulatie van mutaties. Hoge recombinatiefrequenties maken coronavirussen succesvoller bij het springen van de ene soort naar de andere soort, waardoor de virussen nieuwe ziektes veroorzaken.
---
Correctie op 04.03.2022
Het aangeboren immuunsysteem produceert na infectie type I interferon, die cellen en het immuunsysteem waarschuwen tegen virusinfecties. Dit geeft het tweede virus een nadeel ten opzichte van het eerste, waardoor de meeste dubbele infecties worden voorkomen. Coronavirussen remmen type I interferon, waardoor andere virussen dezelfde gastheer kunnen infecteren. De immuunontregeling en overstimulatie kan leiden tot meerdere co-infecties, drie, vier of vijf virussen tegelijk in dezelfde cel. Dit is de ideale plaats voor genetische recombinatie, zoals hogere soorten dat kennen bij seksueel contact.
De Deltacron variant was een lab artifact, maar een dergelijke variant, een dergelijke variant zou kunnen ontstaan.* Recombinatie, of de genetische uitwisseling zoals bij seks, heeft de evolutie drastisch versneld ten opzichte van accumulatie van mutaties. Hoge recombinatiefrequenties maken coronavirussen succesvoller bij het springen van de ene soort naar de andere soort, waardoor de virussen nieuwe ziektes veroorzaken.
---
Correctie op 04.03.2022
5.7. Nieuwe serotypes
Een serotype is een immunologisch gedefinieerde groep virussen waarbij immuunbescherming in het algemeen beperkt is tot hetzelfde serotype, d.w.z. geneutraliseerd door dezelfde serumantilichamen.
Net zoals Delta onmiddellijk na Omicron BA1-variant volgt, is de BA2-variant de volgende die dominant wordt in Zuid-Afrika en Denemarken. Dit illustreert dat als de ene variant voorbij komt, de volgende komt. Welke variant dat zal zijn, hangt mogelijk af van de besmettelijkheid van de stammen en de relatieve immuunbescherming in de populatie. We moeten het virus stoppen, niet hopen op mildere varianten, want varianten kunnen zelfs nog pathogener worden.
Nieuwe varianten kunnen voorkomen uit verschillende lijnen van SARS-2, bijvoorbeeld Alpha en Beta gevolgd door Delta gevolgd door Omicron. Dit laat zien dat de virusvarianten de neiging hebben om verder uit elkaar te gaan (Figuur 18). Uiteindelijk ontstaan nieuwe varianten die als verschillende serotypes moeten worden beschouwd, omdat immunologische kruisbescherming te beperkt is om relevante immuunbescherming te bieden. Technisch zou die variant gezien kunnen worden als SARS-3.
Net zoals Delta onmiddellijk na Omicron BA1-variant volgt, is de BA2-variant de volgende die dominant wordt in Zuid-Afrika en Denemarken. Dit illustreert dat als de ene variant voorbij komt, de volgende komt. Welke variant dat zal zijn, hangt mogelijk af van de besmettelijkheid van de stammen en de relatieve immuunbescherming in de populatie. We moeten het virus stoppen, niet hopen op mildere varianten, want varianten kunnen zelfs nog pathogener worden.
Nieuwe varianten kunnen voorkomen uit verschillende lijnen van SARS-2, bijvoorbeeld Alpha en Beta gevolgd door Delta gevolgd door Omicron. Dit laat zien dat de virusvarianten de neiging hebben om verder uit elkaar te gaan (Figuur 18). Uiteindelijk ontstaan nieuwe varianten die als verschillende serotypes moeten worden beschouwd, omdat immunologische kruisbescherming te beperkt is om relevante immuunbescherming te bieden. Technisch zou die variant gezien kunnen worden als SARS-3.
Figuur 18. SARS-2-varianten Omicron en Delta hebben een totaal verschillende fylogenetische basis, hun voorlopers liggen ver uit elkaar.
Groepsimmuniteit weer opnieuw bekeken
1. Over groepsimmuniteit.
2. Drie mislukte pogingen.
3. Bereken de kosten.
4. Onvolledige immuniteit.
5. Wat zou er mis kunnen gaan?
6. Wat kunnen en moeten we doen?
7. Kort & krachtig!
1. Over groepsimmuniteit.
2. Drie mislukte pogingen.
3. Bereken de kosten.
4. Onvolledige immuniteit.
5. Wat zou er mis kunnen gaan?
6. Wat kunnen en moeten we doen?
7. Kort & krachtig!
John Jacobs
18.02.2022
18.02.2022