COVID-19
Groepsimmuniteit weer opnieuw bekeken
3. Bereken de kosten.
Alvorens een toren te bouwen, moet men de kosten inschatten en kijken of het de moeite waard is om het bouwwerk te voltooien.
3.1. Oversterfte
De besmettelijke Omicron-variant leidde tot miljoenen ziekenhuisopnames, vooral meer kinderen dan bij eerdere varianten.
De COVID-19-epidemieën hebben de levensverwachting verlaagd en oversterfte veroorzaakt. De Nederlandse oversterfte bedroeg in 2020 en 2021 respectievelijk 15.000 en 16.000, 9 tot 11% van de verwachte 155.000 doden. De oversterfte was iets hoger bij mannen dan bij vrouwen, zoals verwacht op basis van covid-gerelateerde sterftecijfers. De extra sterfte van 2020 en 2021 resulteerde in een daling van de gemiddelde levensverwachting naar 83,0 jaar voor vrouwen en 79,7 jaar voor mannen.
Na de golven van oversterfte door de griep in 2015 en 2018 volgde een periode van ondersterfte (CBS). Deze ondersterfte ontbrak in 2020 en 2021, wat suggereert dat de slachtoffers van COVID-19 vaak geen mensen zijn met een zeer korte levensverwachting. Bovendien was de oversterfte tijdens de griepepidemieën nog nooit zo hoog (Figuur 4). Tijdens SARS-2 resulteerde dit in een gedaalde levensverwachting, iets wat al een halve eeuw niet gebeurd was (Figuur 5).
In alle leeftijdsgroepen stierven meer mensen dan verwacht (Figuur 6). De oversterfte was 9% in de populatie onder de 50 jaar, wat aangeeft dat SARS-2 een belangrijke doodsoorzaak is bij jongere mensen. De relatieve oversterfte was met 14% het hoogst bij 65- tot 80-jarigen.
De COVID-19-epidemieën hebben de levensverwachting verlaagd en oversterfte veroorzaakt. De Nederlandse oversterfte bedroeg in 2020 en 2021 respectievelijk 15.000 en 16.000, 9 tot 11% van de verwachte 155.000 doden. De oversterfte was iets hoger bij mannen dan bij vrouwen, zoals verwacht op basis van covid-gerelateerde sterftecijfers. De extra sterfte van 2020 en 2021 resulteerde in een daling van de gemiddelde levensverwachting naar 83,0 jaar voor vrouwen en 79,7 jaar voor mannen.
Na de golven van oversterfte door de griep in 2015 en 2018 volgde een periode van ondersterfte (CBS). Deze ondersterfte ontbrak in 2020 en 2021, wat suggereert dat de slachtoffers van COVID-19 vaak geen mensen zijn met een zeer korte levensverwachting. Bovendien was de oversterfte tijdens de griepepidemieën nog nooit zo hoog (Figuur 4). Tijdens SARS-2 resulteerde dit in een gedaalde levensverwachting, iets wat al een halve eeuw niet gebeurd was (Figuur 5).
In alle leeftijdsgroepen stierven meer mensen dan verwacht (Figuur 6). De oversterfte was 9% in de populatie onder de 50 jaar, wat aangeeft dat SARS-2 een belangrijke doodsoorzaak is bij jongere mensen. De relatieve oversterfte was met 14% het hoogst bij 65- tot 80-jarigen.
Figuur 4. Gegevens oversterfte uit Nederland. Asterisk geeft aan dat cijfers van 2021 voorlopig zijn.
Figuur 5. Gemiddelde levensverwachting in jaren bij geboorte voor vrouwen (donkerblauw) en mannen (lichtblauw). Asterisk geeft aan dat cijfers van 2021 voorlopig zijn.
Figuur 6. Oversterfte per leeftijdsgroep. Blauw is sterfte in 2020 en donkerblauw duidt op oversterfte. Groen/oranje zijn voorlopige gegevens voor 2021, oranje is de oversterfte. De percentages zijn de relatieve bijdrage van de oversterfte.
3.2. Acute impact
Zoals bij de meeste virusinfecties wordt slechts een minderheid van de mensen ziek, maar ook ernstige of fatale] OVID-19 komt voor. Ernstig ziekteverloop komt vaker voor bij ouderen, mannen en mensen met comorbiditeiten zoals immuunsuppressie of cardiovasculaire risico's, zie U-Prevent om uw risico te berekenen. Ook bij jonge gezonde mensen kan de ziekte zeer ernstig zijn, bijvoorbeeld door een levensgevaarlijke dodelijke immuunoveractivatie, soms aangeduid als cytokine-release-syndroom, hoge koorts, ernstige longontsteking of multi-systeem-inflammatoir syndroom bij kinderen en adolescenten (MIS-C). Deze acute impact kan ook leiden tot schade aan verschillende organen of diabetes.
3.3. Verborgen impact
Streven naar groepsimmuniteit leidt tot veel ziekenhuisopnames, sterfgevallen en langdurige covid-gevallen. Niet alle regeringen vinden het prettig dat ze hun burgers onvoldoende beschermen. De Nederlandse overheid illustreert graag dat de ziektelast van COVID19 is afgenomen en de RIVM-cijfers zijn hiervoor zeer geschikt. Deze gegevens vertekenen echter het beeld, aangezien Nederland het niveau van triage heeft verhoogd en veel mensen thuis blijven, soms met zuurstofvoorziening in de thuiszorg. De correctie voor de thuiszorg illustreert dat het maximale aantal patiënten die medisch specialistische zorg nodig hebben, in elke golf nog steeds toeneemt (Figuur 7).
Gegevens uit België (Figuur 8) en Nederland (Figuur 9) laten zien dat Omicron een aanzienlijk aantal ziekenhuisopnames heeft veroorzaakt bij jongeren en kinderen als gevolg van COVID-19. Ongeveer 0,8% van de Belgische kinderen onder de 11 jaar had ziekenhuisopname nodig vanwege een SARS-2-infectie. Hoewel kinderen met comorbiditeiten een hoger risico op ziekenhuisopname hebben, had 80% van de gehospitaliseerde kinderen geen risicofactoren, wat illustreert dat iedereen een risico loopt op een ernstige ziekte. Helaas zijn er geen duidelijke gegevens uit Nederland beschikbaar. Vergelijkbare gegevens werden waargenomen in Zuid-Afrika, de VS en het VK. Vaccinatie beschermt ook kinderen tegen COVID-19.
Gegevens uit België (Figuur 8) en Nederland (Figuur 9) laten zien dat Omicron een aanzienlijk aantal ziekenhuisopnames heeft veroorzaakt bij jongeren en kinderen als gevolg van COVID-19. Ongeveer 0,8% van de Belgische kinderen onder de 11 jaar had ziekenhuisopname nodig vanwege een SARS-2-infectie. Hoewel kinderen met comorbiditeiten een hoger risico op ziekenhuisopname hebben, had 80% van de gehospitaliseerde kinderen geen risicofactoren, wat illustreert dat iedereen een risico loopt op een ernstige ziekte. Helaas zijn er geen duidelijke gegevens uit Nederland beschikbaar. Vergelijkbare gegevens werden waargenomen in Zuid-Afrika, de VS en het VK. Vaccinatie beschermt ook kinderen tegen COVID-19.
Figuur 7. Personen opgenomen op IC (rood) ziekenhuis (donkerblauw), of thuiszorg met zuurstof (lichtblauw)
Figuur 8. COVID-19-ziekenhuisopnames per leeftijdsgroep in België.
Figuur 9. Ziekenhuisopnamecijfers voor COVID-19 per leeftijdsgroepen in Nederland.
3.4. Verlate impact
Vertraagde impact na SARS-2-infectie wordt vaak long covid of langdurige covid genoemd, een verzameling van ziekten die optreden na acute SARS-2-infectie. Vanwege het brede scala aan ziekten, verwijs ik liever naar de groep ziektes, waardoor verschillende namen overblijven voor verschillende syndromen die te onderscheiden zijn door wetenschappelijke programma's zoals de COVID-extensie van P4O2. Deze pathologieën gaan veel verder dan de traditionele post-virale infectiesyndromen en omvatten:
- Ontregeling van de algemene antivirale immuniteit van type 1 interferon.
- Infectie van antigeenspecifieke B- en T-cellen en remming rijping van antistoffen in B-cellen.
- Overactivatie van het immuunsysteem door superantigeenactiviteit dat ernstige ziekte of immuunonderdrukking als feedback veroorzaakt.
- Persistente virusinfectie met chronische door superantigeen geïnduceerde immuunactivatie.
- Schade aan kleine longbloedvaten, waardoor langdurige onderverzadiging van zuurstof in het bloed ontstaat.
- Verlies van smaak en geur door herseninfectie.
- Hersenmist (concentratieproblemen) door (hersen)infectie en beschadiging.
- Vroege stadia van hersenziekten, zoals multiple sclerose en ziekte van Parkinson.
- Reactivering van EBV-infecties..
- Hart- en vaatziekten met verlate mortaliteit (Figuur 10). In Nederland zijn in respectievelijk 2020 en 2021 10% en 20% meer reanimaties uitgevoerd dan in 2019.
- Aanhoudende vermoeidheid.
- Bij een deel van de long covid patiënten neemt het aantal klachten na drie maanden nog steeds toe, hetgeen suggereert dat de ziekte niet altijd snel overgaat.
Figuur 10. Relatieve risico's en absoluut risico na 12 maanden post-acute COVID-19
3.5. Geheime impact
Kwetsbare mensen zijn niet dom: als de overheid hen niet beschermt, zullen ze zichzelf beschermen. Als de samenleving het aantal besmettingen niet laag houdt, trekken ze zich hieruit terug. Sommige mensen leven al twee jaar geïsoleerd. De maatschappelijke impact hiervan is nauwelijks te onderschatten. Anderen zullen hun gedragsverandering beperken tot het vermijden van grote groepen met een verhoogd risico op infecties.
Het overheidsbeleid is erop gericht het virus te verspreiden in groepen met een laag risico, zoals jonge kinderen. Het biedt de kinderen geen voordeel maar wel risico's aangezien het ook voor hen niet veilig is om besmet te raken. Recente gegevens van Omicron laten zien dat nieuwe infecties de populaties binnenkomen via de jongste kinderen. De ouderen zijn mogelijk de laatsten die besmet raken (Figuur 11). Sommige banen, zoals gezondheidswerkers en leraren, worden in tijden van de epidemie zeer riskant vanwege hun frequente contact met besmette mensen. Het is denkbaar dat sommige mensen vanuit gezondheidsperspectief andere loopbaankeuzes maken.
Het overheidsbeleid is erop gericht het virus te verspreiden in groepen met een laag risico, zoals jonge kinderen. Het biedt de kinderen geen voordeel maar wel risico's aangezien het ook voor hen niet veilig is om besmet te raken. Recente gegevens van Omicron laten zien dat nieuwe infecties de populaties binnenkomen via de jongste kinderen. De ouderen zijn mogelijk de laatsten die besmet raken (Figuur 11). Sommige banen, zoals gezondheidswerkers en leraren, worden in tijden van de epidemie zeer riskant vanwege hun frequente contact met besmette mensen. Het is denkbaar dat sommige mensen vanuit gezondheidsperspectief andere loopbaankeuzes maken.
Figuur 11. Relatieve infecties in verschillende leeftijdsgroepen door Omicron in twee verschillende perioden. Gegevens uit het Verenigd Koninkrijk.
Groepsimmuniteit weer opnieuw bekeken
1. Over groepsimmuniteit.
2. Drie mislukte pogingen.
3. Bereken de kosten.
4. Onvolledige immuniteit.
5. Wat zou er mis kunnen gaan?
6. Wat kunnen en moeten we doen?
7. Kort & krachtig!
1. Over groepsimmuniteit.
2. Drie mislukte pogingen.
3. Bereken de kosten.
4. Onvolledige immuniteit.
5. Wat zou er mis kunnen gaan?
6. Wat kunnen en moeten we doen?
7. Kort & krachtig!
John Jacobs
18.02.2022
18.02.2022