COVID-19
Groepsimmuniteit weer opnieuw bekeken
4. Onvolledige immuniteit.
In tegenstelling tot andere RNA-virussen hebben coronavirussen een proofreading RNA-polymerase dat de meeste mutaties voorkomt. Dit impliceert dat coronavirussen andere strategieën hebben om aan immuunreacties te ontsnappen.
- Ze beperken ze de inductie van antivirusimmuniteit door de interferon te remmen.
- Ze zorgen voor overstimulatie van het immuunsysteem door superantigeenactiviteiten. Hierdoor rijpen afweerreacties niet goed.
- Ze vermijden, net als andere luchtwegvirussen, virusneutralisatie door geen vroege passage in perifeer bloed te hebben.
4.1. Vaccinatie
Vaccinaties en boosters zijn voor iedereen veel veiliger dan infecties. Vaccinatie biedt aanzienlijke bescherming tegen ernstige ziekten, maar niet volledig. Omicron is geen milde ziekte en geeft een hoge sterfte, al is de infectie-fataliteitsratio (IFR) duidelijk minder dan bij de Delta-variant.
Vaccinatie beschermt tegen infectie, maar eerdere infecties beschermen op langere termijn slechts zeer beperkt tegen herinfecties (Figuur 12). Dit illustreert dat infectie-geïnduceerde immuniteit een slechte strategie is. Het absolute effect van bescherming tegen sterfte varieert met de incidentie van dodelijke slachtoffers door COVID-19 (Figuur 13). De consistente onderlijn van de gevaccineerde populatie illustreert dat vaccinatie geen grote risico's inhoudt.
Vaccinatie beschermt tegen infectie, maar eerdere infecties beschermen op langere termijn slechts zeer beperkt tegen herinfecties (Figuur 12). Dit illustreert dat infectie-geïnduceerde immuniteit een slechte strategie is. Het absolute effect van bescherming tegen sterfte varieert met de incidentie van dodelijke slachtoffers door COVID-19 (Figuur 13). De consistente onderlijn van de gevaccineerde populatie illustreert dat vaccinatie geen grote risico's inhoudt.
Figuur 12. Ziekenhuisopname per vaccinatiestatus. Ongevaccineerd (oranje), gevaccineerd (donkerblauw) en gevaccineerd met booster (Lichtblauw).
Figuur 13. Vaccinatie beschermt tegen dodelijke ziekten. Dit wordt vooral duidelijk als er veel infecties zijn.
4.2. Onzekere immuniteit
Statistiek toont dat vaccinaties en boosters de bevolking gemiddeld beschermen. Vroeg na vaccinatie is de bescherming tegen infectie het beste en veel beter dan de risicovermindering door een eerdere infectie. Individuele bescherming verschilt sterk tussen mensen. In de complexiteit van immuunfactoren is het niet duidelijk welke factoren hoeveel bijdragen aan bescherming. Neutraliserende antilichamen bieden waarschijnlijk een deel van de immuunbescherming en kunnen gemakkelijk worden gemeten.
Boostervaccinaties verhogen gemiddeld genomen de neutraliserende antilichaamrespons, maar niet iedereen is volledig beschermd (Figuur 14). Immuniteit kent grote verschillen in de bevolking, waardoor mensen na milde ziekte alsnog (ernstig) ziek kunnen worden of langdurige covid kunnen krijgen. Bij mensen die onlangs een booster hebben gehad, hebben vaak minder ernstige Omicron-infecties.
Opgemerkt moet worden dat nu beschermd zijn geen garantie biedt voor bescherming op lange termijn. De immuniteit tegen coronavirussen neemt doorgaans sneller af dan tegen andere ziekten. Net als door de verkoudheidscoronavirussen zullen sommige mensen meerdere keren per jaar ziek worden van SARS-2, anderen zelden, zoals alleen in stressvolle periodes in hun leven.
Boostervaccinaties verhogen gemiddeld genomen de neutraliserende antilichaamrespons, maar niet iedereen is volledig beschermd (Figuur 14). Immuniteit kent grote verschillen in de bevolking, waardoor mensen na milde ziekte alsnog (ernstig) ziek kunnen worden of langdurige covid kunnen krijgen. Bij mensen die onlangs een booster hebben gehad, hebben vaak minder ernstige Omicron-infecties.
Opgemerkt moet worden dat nu beschermd zijn geen garantie biedt voor bescherming op lange termijn. De immuniteit tegen coronavirussen neemt doorgaans sneller af dan tegen andere ziekten. Net als door de verkoudheidscoronavirussen zullen sommige mensen meerdere keren per jaar ziek worden van SARS-2, anderen zelden, zoals alleen in stressvolle periodes in hun leven.
Figuur 14. Verschillen in neutraliserende antilichamen na vaccinatie (links) of boosting (rechts) tegen Wildtype virus (blauw), Delta (rood) of Omicron (paars). Lijnen in het grijs geven aan dat mensen mogelijk onvoldoende beschermd zijn.
4.3. Herinfecties
Groepsimmuniteit werkt alleen als mensen langdurig beschermd zijn tegen (ernstige) ziekten door eerdere infectie en/of vaccinatie. Herinfecties laten zien dat geen groepsimmuniteit wordt opgebouwd. Talrijke rapporten tonen aan dat mensen die een SARS-2-infectie hebben gehad, een herinfectie kunnen krijgen. Een kleine systematische review met controle voor herinfectie toonde aan dat bijna 13% minder symptomen had, 69% vergelijkbare symptomen en 19% ergere symptomen in de tweede episode. De herinfecties kwamen vaak voor bij jongeren en gemiddeld 3 maanden (3 weken tot 5 maanden) na de eerste infectie (Figuur 15).
Coronavirussen zijn geëvolueerd om mensen te herhaaldelijk infecteren, wat ertoe leidt dat mensen herhaald worden geïnfecteerd met telkens het risico's op langdurige covid en ernstige ziekten. De immuniteit na een SARS-2-infectie neemt snel af. Toenemende viruscirculatie zorgt ervoor dat mensen vaker besmet raken, hoewel kwetsbare mensen ervoor kunnen kiezen zichzelf te beschermen. Door deze strategie zijn de ziekenhuisopnames bij kinderen gestegen in de Omicron-golf.
Coronavirussen zijn geëvolueerd om mensen te herhaaldelijk infecteren, wat ertoe leidt dat mensen herhaald worden geïnfecteerd met telkens het risico's op langdurige covid en ernstige ziekten. De immuniteit na een SARS-2-infectie neemt snel af. Toenemende viruscirculatie zorgt ervoor dat mensen vaker besmet raken, hoewel kwetsbare mensen ervoor kunnen kiezen zichzelf te beschermen. Door deze strategie zijn de ziekenhuisopnames bij kinderen gestegen in de Omicron-golf.
Figuur 15. Het aantal herinfecties.
4.4. Ontsnapping aan het afweersysteem
Omicron is niet alleen beter in het ontsnappen aan immuunreacties dan Delta, het is ook beter in het voorkomen van effectieve immuunreacties. Afweerreacties na Omicron leveren slechts weinig neutraliserende antilichamen op, waardoor het erg onzeker is of een Omicron-infectie enige bescherming biedt tegen andere varianten (Figuur 16).
Figuur 16. Totaal antistoffen versus neutraliserende antistoffen tegen en na Delta & Omicron doorbraakinfecties. Doorbraakinfecties van Delta (rood) en Omicron (paars) en niet-geïnfecteerde gevaccineerde (groen).
Groepsimmuniteit weer opnieuw bekeken
1. Over groepsimmuniteit.
2. Drie mislukte pogingen.
3. Bereken de kosten.
4. Onvolledige immuniteit.
5. Wat zou er mis kunnen gaan?
6. Wat kunnen en moeten we doen?
7. Kort & krachtig!
1. Over groepsimmuniteit.
2. Drie mislukte pogingen.
3. Bereken de kosten.
4. Onvolledige immuniteit.
5. Wat zou er mis kunnen gaan?
6. Wat kunnen en moeten we doen?
7. Kort & krachtig!
John Jacobs
18.02.2022
18.02.2022