4. Milieubewust?
Mensen worden zich meer en meer bewust van hun effect op het milieu (Figuur 17). De biologische geschiedenis leert ons dat bij klimaatverschuivingen veel soorten zullen uitsterven en nieuwe soorten zullen ontstaan. Met name grote, dominante soorten met een lange generatietijd zullen verdwijnen. Met andere woorden, de mens wordt zeer waarschijnlijk een van de grootste slachtoffers van klimaatverandering, iets wat we al zien in minder technologische ontwikkelde landen. Wie van mensen houdt, zou daarom ook van de natuur moeten houden om de mensheid te behouden.
Figuur 17. Luchtvervuiling per land
Gezondheid neemt af door luchtvervuiling
De laatste paar decennia sterven meer mensen in Europa te vroeg door luchtvervuiling (Figuur 18). Dit laat zien dat de aanpak van luchtvervuiling ook een grote prioriteit is voor de volksgezondheid. Veel landen die het in 2000 nog redelijk deden, doen het in 2016 minder goed. Ergens in de energietransitie hebben we een verkeerde afslag genomen die wij dringen moeten herstellen.
Figuur 18.Waar leven mensen gezond in 2000 en 2016
Koolstofcyclus
CO2 is een broeikasgas en het CO2-niveau in de lucht stijgt en daardoor stijgt de gemiddelde wereldtemperatuur. De grote veranderingen zijn echter niet op wereldschaal maar lokaal, regenzones verschuiven en leiden tot droogte in het ene gebied en overstroming in het andere. In beide gevallen sterven mensen, mislukt de oogst en ontstaat hongersnood met nog meer slachtoffers. De internationale politiek is actief met maatregelen om dit proces te stoppen en richt zich hierbij op fossiele brandstofgebruik (Figuur 19). CO2 in de lucht kan worden verminderd door meer bomen en bossen te planten. Met name de “volwassen” bomen nemen heel veel CO2 op. Daarnaast moet de CO2 uitstoot worden verminderd door te investeren in duurzame energiebronnen. We moeten echt goed nadenken als we bomen willen kappen, want naast CO2 opname zuiveren ze ook de lucht van fijnstof en andere lokale luchtvervuiling.
Figuur 19. Koolstofcyclus
Meer luchtvervuiling door de energietransitie
Een schoner milieu zou moeten betekenen dat we schonere lucht inademen. Helaas kiest de politiek niet voor schonere lucht maar rekenkundige oplossingen die op papier makkelijk te halen zijn (Figuur 20). Men neemt een krediet op toekomstig aangeplante bossen en stelt dat het verbranden van bomen CO2 neutraal is, mits men in daarna bossen aanplant. Het verbranden van bomen gaat echter veel sneller en levert ook sneller luchtvervuiling en meer CO2 op, dan dat de bomen groeien. Bij het kappen en opnieuw planten van bossen verhogen we eerst de CO2 en pas later verlagen we deze. De aanwas van nieuwe bomen is sowieso te langzaam om tijdig de klimaatverandering te stoppen.
Figuur 20. Energietransitie
Meer CO2 voor een schoner milieu
Houtverbranding levert minder energie op in verhouding tot CO2 uitstoot dan fossiele brandstof (Figuur 21). Bij efficiënte biomassacentrales is dat verschil relatief klein, bij een open haard verdwijnt veel energie en uitstoot via de schoorsteen samen met fijnstof. Biomassacentrales moeten vaak voldoen aan hoge eisen voor de uitstoot van fijnstof, maar ultrafijnstof is moeilijk te filteren uit de verbrandingsproducten. Zo’n filter zou immers razendsnel vol raken met grotere roetdeeltjes.
Figuur 21. CO2 uitstoot per bruto energieopbrengst
Groei kost jaren, verbranding minuten
Volgens de energietransitie is hout hernieuwbaar, ondanks het feit dat (1) het veel sneller verbrandt dan dat het groeit, en (2) hout eerst opgemaakt wordt, voor dat men het laat groeien, (3) de huidige opwarming al veroorzaakt is door afname van het aantal bomen die als CO2 opslag dienen. Onder invloed van een commerciële houtkaplobby, is echter besloten dat een voorschot op de biomassa als krediet voor de toekomst mag gelden. Het is evident dat bomen die nog niet geplant zijn, ook nog geen CO2 opnemen, dus dit is een gevalletje van jezelf rijk rekenen.
Het probleem is echter erger, want houtverbranding geeft meer CO2 dan andere brandstoffen en versnelt dus de opwarming van de aarde. Daarnaast is verbranding van biomassa is een belangrijke oorzaak van luchtvervuiling in de derde wereld en sinds korte tijd ook in de ontwikkelde landen (Figuur 22), vanwege de gemaakte keuzes in de energietransitie.
Het probleem is echter erger, want houtverbranding geeft meer CO2 dan andere brandstoffen en versnelt dus de opwarming van de aarde. Daarnaast is verbranding van biomassa is een belangrijke oorzaak van luchtvervuiling in de derde wereld en sinds korte tijd ook in de ontwikkelde landen (Figuur 22), vanwege de gemaakte keuzes in de energietransitie.
Figuur 22. Bronnen van luchtvervuiling
Bronnen van fijnstof
Wereldgezondheidsorganisatie de laagste limiet heeft voor fijnstof, gevolgd door de EU en Nederland heeft een van de hoogste. Datzelfde geldt voor ultrafijnstof. Vanuit de toxicologie gezien is ultrafijnstof, net als asbest, nooit veilig. De keuze in de norm wordt ingegeven door economische belangen. Naast houtverbranding, komt een aanzienlijk deel van ultrafijnstof in Nederland uit de industrie en het transport. Landbouw produceert wel het grovere fijnstof, maar nauwelijks het gevaarlijkere ultrafijnstof (Figuur 23).
Klaarblijkelijk vindt Nederland gezonde lucht minder belangrijk dan dat men dit wereldwijd beschouwd. Dat is opmerkelijk voor land dat pretendeert gezondheid hoog in het vaandel te hebben.
Klaarblijkelijk vindt Nederland gezonde lucht minder belangrijk dan dat men dit wereldwijd beschouwd. Dat is opmerkelijk voor land dat pretendeert gezondheid hoog in het vaandel te hebben.
Figuur 22. Uitstoot van fijnstof en ultrafijnstof
John Jacobs, 26 juli 2020